Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
'Waarom komen er in thrillers zo vaak telefoons voor?'
wetenschap

'Waarom komen er in thrillers zo vaak telefoons voor?'

Jim Jansen Jim Jansen,
20 April 2013 - 12:00
Betreft
Deel op
De wekelijkse doorgeefvraag: een wetenschapper stelt een vraag aan een collega uit een ander vakgebied. Damiaan Denys (hoogleraar Psychiatrie en hoofd van de afdeling Psychiatrie, AMC) vraagt aan Patricia Pisters (hoogleraar Filmwetenschappen): waarom komen er zo vaak telefoons voor in thrillers en horrorfilms?

'Telefoons kunnen op veel manieren worden ingezet om ons de stuipen op het lijf te jagen,' zegt Patricia Pisters. 'Zoals zo vaak was Hitchcock een van de eerste regisseurs die dit haarfijn aanvoelde en de telefoon een hoofdrol gaf in Dial M for murder (1954). Wanneer Grace Kelly de telefoon opneemt, zien wij ineens de moordenaar achter haar staan die haar met haar sjaal probeert te wurgen.'

Suspense
'Voor het mobiele tijdperk was het telefoonsnoer zelf ook heel bruikbaar als moordwapen. In het horrorgenre en de slashermovie die vanaf de jaren zeventig opkomt (Psycho kan als één van de beginpunten van dit genre worden genoemd) wordt het telefoonsnoer dan ook vaak op deze manier oneigenlijk gebruikt. Een doorgeknipt telefoonsnoer betekent meestal het einde van het slachtoffer: Friday the 13th (1980) en My bloody Valentine (1981) zijn maar een paar van de films waarbij een hoogtepunt in de suspense wordt bereikt door de wetenschap dat hulp niet kan worden ingeroepen en de personages alleen en kwetsbaar zijn. Scream (1996), When a stranger calls (1979) en andere horrorscenario’s zijn gebaseerd op het feit dat een stem zonder 'lichaam' veel macht kan uitoefenen. Vaak laat de moordenaar merken dat hij zijn slachtoffer kan zien zonder dat hij (meestal is het een hij) zelf zichtbaar is.'

'De telefoon kan aanzetten tot onheilspellende gebeurtenissen en acties, alsof er een hypnotiserende en zelfs bezeten werking vanuit gaat, zoals in de Koreaanse film Phone (2002). Een andere eigenschap (die de telefoon overigens deelt met andere media) is dat het apparaat berichten door kan geven van dubbelgangers en geesten, zoals in David Lynch’ Lost highway (1997).'

Patricia Pisters vraagt aan Martine Neddam (docent Rietveld Academie): hoe is de relatie tussen theorie en praktijk in de kunst de laatste tien jaar veranderd?

Deze rubriek verschijnt ook in Het Parool.
lees meer
website loading