Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Angststoornis autistische kinderen behandelbaar
wetenschap

Angststoornis autistische kinderen behandelbaar

Marieke Buijs Marieke Buijs,
16 May 2013 - 15:48
Kinderen met een autistische stoornis die last hebben van angsten zijn gebaat bij cognitieve gedragstherapie. Dat blijkt uit onderzoek waar psychologe Bonny van Steensel vandaag op promoveert.

Waarom heeft u specifiek gekeken naar angst bij autistische kinderen?
'Kinderen met een autistische stoornis kampen relatief vaak met angsten. Soms zijn die angsten gerelateerd aan de autistische stoornis zelf, bijvoorbeeld als het kind bang is om mensen aan te spreken, maar het kan ook gaan om angst om alleen te zijn, of angst voor ziektes of voor dieren. Maar hoewel de combinatie van autisme en angst veel voorkomt, is er nog weinig onderzoek gedaan naar angst bij autistische kinderen. Ik had dus het idee dat ik met een promotieonderzoek veel kon bereiken.'

Bonny van Steensel Bonny van Steensel

En, bleek dat inderdaad het geval?
'Ja. Ik heb ontdekt dat cognitieve gedragstherapie effectief is om angsten weg te nemen bij kinderen met een autistische stoornis. Net zo effectief als bij angstige kinderen zonder autistische stoornis. Dat is een meevaller, want binnen de wetenschap werd wel gedacht dat de angsten onderdeel waren van de autistische stoornis en daarom niet te behandelen zouden zijn. Maar kinderen knappen op van de behandeling, wat mij betreft zou cognitieve gedragstherapie dus de standaard moeten vormen voor angstige kinderen. Met of zonder autistische stoornis.'

Hoe werkt cognitieve gedragstherapie precies bij kinderen met angsten?
'Wij passen de therapie "denken + doen = durven"  toe, die mijn promotor Susan Bögels heeft ontwikkeld. Daarbij pak je aan de ene kant denkprocessen aan en aan de andere kant zoek je spannende situaties op. Stel dat een kind bang is voor duiven, omdat hij denkt dat die op zijn hoofd zullen poepen. Dan analyseer je die angstige gedachten: gebeurt het vaak dat een duif op iemands hoofd poept? Is het eigenlijk wel zo erg als het gebeurt? Vervolgens ga je samen op zoek naar een meer helpende gedachte. Bijvoorbeeld dat het risico dat een duif op je hoofd poept niet zo groot is. Daarnaast ga je de angsten opzoeken, met het kind naar de duiven op de Dam. Dat doen je in twaalf sessies met het kind en drie sessies met de ouders. Uiteindelijk bleek dat bij tachtig procent van de kinderen effectief.'

Uw promotieonderzoek is af. Wat gaat u nu doen?
'Ik blijf één dag per week onderzoek doen. We willen nog onderzoeken wat de effecten van de therapie op lange termijn zijn. Zijn kinderen over een jaar nog steeds minder angstig? En we willen doorgronden wat ervoor zorgt dat de therapie bij twintig procent van de kinderen niet aanslaat. Ligt dat aan hun thuissituatie, de angsten van hun ouders, hun leeftijd, iets heel anders. Verder geef ik één dag per week college en werk ik twee dagen per week als therapeut bij behandelcentrum UvA minds.
website loading