Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
wetenschap

Hoogleraar 'spreekt recht' tijdens eigen afscheid

Clara van de Wiel Clara van de Wiel,
21 May 2013 - 09:34
Het hooglerarencortège moest voor de gelegenheid door een pikdonkere Aula naar voren schrijden. De afscheidsrede van Cees Maris vrijdag was dan ook geen gewone bijeenkomst. Zijn college, waarmee Maris afscheid nam als hoogleraar rechtsfilosofie, had hij de vorm gegeven van een  theaterstuk, waarin hijzelf de rol van opperrechter vertolkte.

In het stuk, getiteld Wij verlangen onze vrijheid!, bleef de scheidend hoogleraar echter vooral op de achtergrond. Slechts beperkt greep hij in, tussen de ruziënde advocaten Jacobus Capitein en John Locke, die slavin Virginia respectievelijk wilden veroordelen dan wel vrijpleiten. Virginia was weggelopen van haar meester en werd nu tot de orde geroepen. Zowel aanklager Capitein als advocaat Locke namen daarbij een dubbelzinnige rol in: Capitein door zijn eigen verleden als slaaf; Locke door zijn aandelen in de slavenhandel. Halverwege het stuk wisselden de acteurs zelfs van rol, zodat helemaal onduidelijk werd wie nu de sympathie van het publiek moest krijgen. Maris' rol daarbij was vooral het aanzwengelen van de discussie. Want als beiden zich beroepen op recht, traditie en Bijbel: wie heeft het gelijk dan aan zijn kant? En wie bepaalt dat?

Showproces
De hoogleraar spaarde ook zichzelf niet, door iemand in het publiek enkele keren hardop commentaar te laten leveren op het ‘typische stuk van een lijkbleke Hollander’, dat bovendien zoals gebruikelijk alle theatersubsidies in Nederland had wegkaapt. ‘Een showproces, waarbij de auteur zo narcistisch was dat hij zichzelf heeft benoemd tot rechter!’ schreeuwde de critica aan het eind van de voorstelling vanaf de achterste rij. Ook op zijn eigen vakgebied reflecteerde Maris middels het stuk. Voor de debatten over de invulling van recht en christelijke moraal was volgens hem in de rechtszaal geen plaats: dat moest men maar aan de universiteit doen, sprak hij ter besluit.

Dat was dan ook de plaats waar Maris zich de afgelopen decennia juist wel met de genoemde vraagstukken heeft beziggehouden. In een interview met Folia in 2007 gaf hij reeds aan de rechtenstudie alleen te mager te vinden, en een bredere belangstelling te hebben. Dat hij verder wil denken dat ‘zwart-wit tegenstellingen’, een begrip dat ook in de rechtszaak meerdere malen terugkwam, bleek dan ook uit zijn onconventionele afscheid.

Daarvoor werd hij na afloop ook geprezen door collega-hoogleraar Dorien Pessers. Zij zei Maris vooral te waarderen voor zijn vrije geest, en sprak de vrees uit dat hij in het huidige universitaire klimaat  waarschijnlijk nooit meer als hoogleraar zou zijn aangesteld. Ter besluit citeerde Pessers René Descartes, met een uitspraak die Maris zelf ook altijd graag aanhaalde: ik ga gemaskerd. ‘Zelf hield je je ook vaak gemaskerd. Maar de rol van hoogleraar heb je voortreffelijk gespeeld!’

De voorstelling Wij verlangen onze vrijheid!, die aanhaakt bij de Herdenking Slavernijverleden 2013,  is nog viermaal te zien in het Stadsarchief Amsterdam en in de Bijzondere Collecties in combinatie met de tentoonstelling Slavernij verbeeld. 
website loading