De Universiteit van Amsterdam gaat onderzoeken of zij de doctorsgraad van Diederik Stapel, die in 1997 aan de UvA promoveerde, kan intrekken.
Dat heeft een woordvoerder van de UvA maandag bekendgemaakt. De Amsterdamse universiteit volgt daarmee het advies op van de commissie-Levelt op, die onderzoek deed naar de handel en wandel van Stapel aan de Universiteit van Tilburg. Onder leiding van emeritus hoogleraar Pieter Drenth werd in dat onderzoek ook de Amsterdamse periode van Stapel doorgelicht.
De wetenschapper werkte van 1994 tot 1999 aan de UvA. Drenth komt tot de voorlopige conclusie ‘dat niet aantoonbaar is vastgesteld dat met onderzoeksgegevens is gefraudeerd, mede omdat de data inmiddels niet meer beschikbaar zijn.’ Om die reden zal de UvA het advies opvolgen te onderzoeken of de doctorsgraad kan worden ingetrokken ‘op grond van uitzonderlijk wetenschappelijk onwaardig gedrag, in strijd met de aan het doctoraat verbonden plichten.’
De commissie adviseert de UvA verder het Algemeen Promotiereglement nog eens onder de loep te nemen. 'In het bijzonder de artikelen die handelen over de verantwoordelijkheden van de promovendus, promotor en corpromotor,' aldus het rapport.
Eerder vandaag maakte de commissie-Levelt bekend dat Stapel als hoogleraar cognitieve sociale psychologie de onderzoeksgegevens van zeker dertig artikelen in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften verzonnen heeft. Bij tientallen publicaties bestaan serieuze verdenkingen. Het advies van de commissie om aangifte te doen tegen Stapel is inmiddels opgevolgd door de Universiteit van Tilburg en de Rijksuniversiteit Groningen, waar Stapel ook werkte. Zij doen aangifte van valsheid in geschrifte en oplichting.