Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
wetenschap

Nieuw technologie-instituut wil samenwerken

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
27 September 2013 - 08:00
Er komt een derde universiteit naar de Amsterdam, een universiteit met weinig studenten en veel toegepast onderzoek. Logisch dat zo’n technologie-instituut in Amsterdam komt, zegt hoogleraar milieubiotechnologie aan de TU Delft Mark van Loosdrecht, die betrokken is bij de oprichting van het instituut. ‘Nederlandse steden zijn compact en Amsterdam is een gemeente die veel diensten in eigen beheer heeft. Dat praat makkelijk.’

Mark van Loosdrecht Mark van Loosdrecht

In de race om de vestiging in Amsterdam van een instituut voor toegepaste technologie eindigden de voorstellen van The Amsterdam Institute of Health and Technology (AMC, UvA, VU) en Amsterdam City Technology (UvA-HvA, VU) op de tweede respectievelijk derde plaats. Een voorstel van de TU Delft, Wageningen University en MIT won voorlopig de pitch met het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS).

UvA-collegevoorzitter Louise Gunning vond het natuurlijk jammer ‘dat wij niet helemaal bovenaan zijn geëindigd’, maar feliciteerde uiteraard wel de winnaars en heette hen ‘welkom in Amsterdam’. En passant voegde ze eraan toe allerlei samenwerkingsmogelijkheden te zien met het nieuwe instituut. ‘Onder meer op het gebied van de duurzaamheid.’

‘Ik hoop en verwacht zeker dat er zal worden samengewerkt,’ zegt Van Loosdrecht. ‘Ons consortium van Delft, Wageningen en MIT is echt een bèta-consortium. Maar als je problemen wilt oplossen zal je ook de politieke, maatschappelijk en economische context erbij moeten betrekken, zeg maar de gamma-kant. Daar zijn de Amsterdamse instituten natuurlijk sterk in. Of neem iets als stadsecologie, bijvoorbeeld de vraag hoe je de natuur beter kunt integreren in de stad. In Delft lopen niet veel biologen rond, dus het antwoord op die vraag zal eerder uit Amsterdam komen.’ Aan de andere kant, zegt Van Loosdrecht, is het wel begrijpelijk dat de gemeente voor het AMS heeft gekozen. ‘De bestaande instituten in Amsterdam zijn erg beschrijvend. Ze stellen vooral iets vast. Het AMS wil analytisch en oplossingsgericht zijn.’

Water
Amsterdam is volgens Van Loosdrecht ‘echt een hele geschikte stad’ om zo’n groot multidisciplinair instituut te vestigen. ‘Amsterdam is aansprekende stad die iedereen op zijn minst van naam wel kent. Bovendien, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Rotterdam, heeft Amsterdam veel diensten in eigen beheer. Ik noem bijvoorbeeld water. Wil je in Rotterdam onderzoek doen met water dan heb je te maken met Rijkswaterstaat die over de Maas gaat, het Havenbedrijf dat over de haven gaat en dan nog wat waterschappen. Dat is in Amsterdam niet zo. Hier zit je als instelling met één partij om de tafel en dat is de gemeente. Nederlandse steden, en dus ook Amsterdam, zijn bovendien compact, dat maakt het doen van onderzoek overzichtelijk.’

Van Loosdrecht denkt niet dat het nieuwe instituut zo concurrerend zal zijn dat het studenten uit andere Nederlandse steden weg zal zuigen. ‘Op masterniveau zullen er zeker studenten naar het instituut komen, maar ik denk niet dat het om grote aantal zal gaan. Nederlandse studenten zijn bovendien erg regionaal ingesteld. Veel studenten volgen een opleiding in de buurt van de plek waar ze vandaan komen. Ik denk wel dat het nieuwe instituut een aanzuigende werking zal hebben op buitenlandse studenten.’

Zie hier de roadmap voor de oprichting van het nieuwe instituut
website loading