De champagneflessen stonden klaar en mochten inderdaad ontkurkt worden. De toekenning van de Nobelprijs voor de natuurkunde aan François Englert en Peter Higgs wordt ook bij het op het Science Park gevestigde Nikhef gevierd. De twee theoretici krijgen de prijs voor hun in 1964 geuite voorspelling van het Higgs-mechanisme en het bijbehorende Higgs-deeltje. Pas vorig jaar werd na jarenlang onderzoek door CERN, het Europees Centrum voor Subatomair onderzoek in Geneve, het bestaan van dat deeltje daadwerkelijk aangetoond.
Het mooiste zou daarom zijn geweest als iemand uit de experimentele onderzoeksgroepen de prijs had gekregen, vertelt UvA-hoogleraar Stan Bentvelsen. Bentvelsen was als programmaleider van de Nederlandse onderzoeksgroep Atlas, een van de twee onderzoeksgroepen binnen CERN, nauw bij het onderzoek naar het deeltje betrokken.

Stan Bentvelsen
Maar, benadrukt hij, in de toelichting van het comité worden zowel de Atlas- als de CMS-onderzoeksgroep van het CERN onderzoek wel nadrukkelijk genoemd vanwege hun bijdrage. Bentvelsen: ‘Dat alleen de theoretici Higgs en Englert nu beloond worden lijkt misschien een beetje raar. Maar zo voelt het voor ons niet. Ons onderzoek was zo nauw verbonden met hun werk. Je kunt zeggen: zonder ons was hun voorspelling nooit bewezen. Maar aan de andere kant is zijn voorspelling de reden geweest dat wij zijn gaan zoeken.’
Higgs
Higgs voorspelde in de jaren zestig het bestaan van een speciaal deeltje als verklaring voor het gegeven dat atomen massa hebben. Zonder massa zou alles met de snelheid van het licht door de ruimte rondvliegen. Het houdt de boel bij elkaar; zonder Higgs-deeltje geen stoelen, tafels, oceanen en dus geen aarde. Bij CERN in Genève nam men in 2008 de LHC-versneller in gebruik om deeltjes met grote snelheid op elkaar te laten botsen. Twee verschillende teams voerden het experiment uit en kwamen tot nagenoeg gelijke resultaten, genoeg om te spreken van een
ontdekking. Die werd in de zomer van 2012 bekendgemaakt.
Dat het deeltje dit jaar de prijs krijgt werd door velen verwacht. Ook volgens Bentvelsen zou men ‘een fout hebben gemaakt’ als het onderzoek dit jaar niet beloond zou zijn. Toch is de prijs volgens hem nog van belang. ‘Dit is een ontzettend belangrijke erkenning voor ons werk. Dat fundamenteel en puur en alleen door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek wordt beloond, is een grote opsteker. Zeker in tijden dat de politiek alleen onderzoek in de topsectoren, gericht op directe technologische toepassingen, lijkt te willen financieren.’
Op het Nikhef werd de uitreiking van de Nobelprijs daarom met ingehouden adem gevolgd. De bekendmaking liep enige vertraging op, wat in de strikte schema’s van het Nobelprijscomité hoogst ongebruikelijk is. Bentvelsen: ‘We grapten al: “Kunnen ze Higgs nu weer niet vinden?”’’ Na het verlossende woord was de ontlading des te groter. Op de vraag of Nederland door haar aandeel in de Atlas-groep een aandeel in de overwinning kan claimen moet Bentvelsen lachen. ‘Zo kun je dat niet zeggen. Maar we delen in elk geval mee in de vreugde!’
Eerder dit jaar legde Stan Bentvelsen in het radioprogramma Folia maakt kennis
uit hoe het onderzoek naar het Higgsdeeltje er in de praktijk uitzag.