Hij stond in zijn tijd bekend als ‘de machtige meneer Wibaut’: de Amsterdamse SDAP-wethouder en UvA-eredoctor Floor Wibaut. In een nieuwe biografie die oud-hoofddocent Herman de Liagre Böhl over hem schreef wordt dat heel expliciet gemaakt.
De in de houthandel schatrijk geworden Zeeuw
Florentinus Marinus Wibaut (1859-1936) besloot aan het begin van de twintigste eeuw namens de SDAP – de voorloper van de PvdA – de politiek in te gaan en wist het in verschillende wethouderschappen tussen 1914 en 1931 te schoppen tot de machtigste wethouder van Amsterdam. Hij werd de grondlegger van wat later ‘het
wethouderssocialisme’ genoemd zou worden. Over hem zijn al veel publicaties verschenen, maar nu is er de biografie door De Liagre Böhl:
Wibaut de Machtige. Een biografie.
Wibaut beheerde de cruciale levensmiddelenpolitiek tijdens de Eerste Wereldoorlog, was wethouder van volkshuisvesting en bereikte het toppunt van zijn macht in de jaren twintig als wethouder van financiën. Zijn grote inzet en invloed in de Amsterdamse gemeentepolitiek leidden ertoe dat hij als bijnamen ‘de Machtige’ en ‘Onderkoning van Amsterdam’ kreeg. Men zei wel: ‘B&W = burgemeester en Wibaut’.
De biografie
Wibaut de Machtige gaat niet alleen over de gemeentepolitiek, maar ook over Wibauts ondernemerschap en zijn betrokkenheid bij internationale organisaties zoals de Volkenbond. De Liagre Böhl gaat daarnaast in op Wibauts rol als feminist en seksuele hervormer, en besteedt aandacht aan zijn privéleven, inclusief zijn liefdesleven, zowel binnen als buiten zijn huwelijk. Eerder verscheen er over Wibaut een biografie door Eric Slot en in 1968 promoveerde Gilles Borrie op een proefschrift over Wibaut.
Voor zijn verdiensten voor stad en wetenschap kreeg Floor Wibaut in 1928 een eredoctoraat van de UvA.