Wanneer wetenschappers in een publicatie verwijzen naar eigen werk dat eerder werd gepubliceerd, moeten zij dat duidelijk aangeven. Dat gaat de Vereniging van Universiteiten (VSNU) codificeren in een nieuwe gedragscode. Deze wordt dit najaar gepresenteerd.
Dit voorjaar woedde er een hevige discussie over het begrip zelfplagiaat, nadat VU-hoogleraar Peter Nijkamp daarvan werd verdacht. Hij zou zonder verwijzingen mnaar teksten van zijn hand of waarvan hij coauteur was te hebben verwezen zonder bronvermelding. Dat zou eveneens gebeurd zijn in de promotie van Karima Kourtit, die Nijkamp begeleidde. Kourtit is inmiddels gepromoveerd, maar tegen Nijkamp loopt nog een integriteitsonderzoek.
Contradictio in terminis
In radioprogramma 'Folia maakt kennis' liet Hans Clevers dit voorjaar, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen (KNAW), weten dat hij zelfplagiaat een contradictio in terminis vond. Twee weken later sloot de KNAW zich daar als organisatie bij aan. Zij stelde voor om de term zelfplagiaat niet langer te gebruiken. Plagiaat zou immers gedefinieerd worden als het onrechtmatig toe-eigenen van een anders werk, terwijl dat niet kan bij eigen materiaal.
De KNAW stelde begin april voor om hergebruik van eigen werk vanaf dan te beoordelen aan de hand van een nieuw criterium. Of bronvermelding noodzakelijk is, zou volgens de Akademie moeten worden beoordeeld aan ‘het doel dat de betreffende passage dient in de nieuwe publicatie en de schade die het hergebruik doet aan andere wetenschappers of aan de wetenschap.’
Hardere lijn
De VSNU presenteerde gisteren een hardere lijn. Zij zal wetenschappelijk personeel van universiteiten via de gedragscode verplichten om altijd te verwijzen naar eigen werk. Tegenover de NOS laat VSNU-voorzitter Karl Dittrich weten dat de wetenschappelijke integriteit zulke referenties verplicht. ‘De wetenschap moet zo transparant mogelijk zijn. Als de schijn kan ontstaan dat kennis ergens anders vandaan komt, ook al is het van jezelf, maak dan duidelijk waar je het eerder hebt gepubliceerd.’
Dit voorjaar woedde er een hevige discussie over het begrip zelfplagiaat, nadat VU-hoogleraar Peter Nijkamp daarvan werd verdacht. Hij zou zonder verwijzingen mnaar teksten van zijn hand of waarvan hij coauteur was te hebben verwezen zonder bronvermelding. Dat zou eveneens gebeurd zijn in de promotie van Karima Kourtit, die Nijkamp begeleidde. Kourtit is inmiddels gepromoveerd, maar tegen Nijkamp loopt nog een integriteitsonderzoek.
Contradictio in terminis
In radioprogramma 'Folia maakt kennis' liet Hans Clevers dit voorjaar, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen (KNAW), weten dat hij zelfplagiaat een contradictio in terminis vond. Twee weken later sloot de KNAW zich daar als organisatie bij aan. Zij stelde voor om de term zelfplagiaat niet langer te gebruiken. Plagiaat zou immers gedefinieerd worden als het onrechtmatig toe-eigenen van een anders werk, terwijl dat niet kan bij eigen materiaal.
De KNAW stelde begin april voor om hergebruik van eigen werk vanaf dan te beoordelen aan de hand van een nieuw criterium. Of bronvermelding noodzakelijk is, zou volgens de Akademie moeten worden beoordeeld aan ‘het doel dat de betreffende passage dient in de nieuwe publicatie en de schade die het hergebruik doet aan andere wetenschappers of aan de wetenschap.’
Hardere lijn
De VSNU presenteerde gisteren een hardere lijn. Zij zal wetenschappelijk personeel van universiteiten via de gedragscode verplichten om altijd te verwijzen naar eigen werk. Tegenover de NOS laat VSNU-voorzitter Karl Dittrich weten dat de wetenschappelijke integriteit zulke referenties verplicht. ‘De wetenschap moet zo transparant mogelijk zijn. Als de schijn kan ontstaan dat kennis ergens anders vandaan komt, ook al is het van jezelf, maak dan duidelijk waar je het eerder hebt gepubliceerd.’
