Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Hartafwijking leidt tot lager loon
wetenschap

Hartafwijking leidt tot lager loon

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
3 January 2012 - 13:48
Betreft
Deel op
Volwassenen met een aangeboren hartafwijking hebben minder vaak een betaalde baan, verdienen minder en zijn minder goed opgeleid dan gezonde leeftijdsgenoten. Dat concluderen cardiologen van het AMC onder leiding van hoogleraar Barbara Mulder na een tien jaar durend onderzoek onder volwassenen, die als kind hartpatiënt waren.

Het AMC coördineert in het zogenoemde Concor-project sinds 1 januari 2002 de registratie van zo veel mogelijk ‘jonge’ hartpatiënten die inmiddels wat ouder zijn geworden. Concor is een project van het Netherlands Heart Institute (ICIN) en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC). Doel van het project is te kijken hoe de patiënten ervoor staan en te bezien of ze nog een behandeling moeten ondergaan.

Leerproblemen
Sociaaleconomisch gezien gaat het de groep minder goed dan fysiek, zo blijkt. Ongeveer veertig procent van de bevolking heeft hoger onderwijs gehad, bij de groep hartpatiënten is dat maar dertig procent. Daardoor is het inkomen lager dan van gezonde mensen met een vergelijkbare opleiding. Ook hebben ze minder vaak een baan. Volgens hoogleraar Mulder kan dat het gevolg zijn van de ziekte die ze in hun jeugd hebben meegemaakt. ‘Als kind waren ze soms langdurig afwezig van school. Sommigen hadden leerproblemen door neurologische schade en anderen waren mogelijk minder gemotiveerd.’

Uit de studie blijkt verder dat volwassenen met een aangeboren hartafwijking aanmerkelijk gezonder leven: slechts dertien procent rookt, tegen twintig procent gemiddeld. Ze drinken minder alcohol (vijf in plaats van negen glazen per week) en hebben minder vaak overgewicht. Mulder: ‘De leefadviezen die erop zijn gericht om problemen met hart en vaten te voorkomen, worden door deze groep kennelijk goed gevolgd.’ Uit eerder onderzoek blijkt dat de aangeboren hartafwijking ook op latere leeftijd risico’s met zich meebrengt. Vergeleken met leeftijdgenoten hebben jongvolwassenen met een hartafwijking een vier tot vijf keer hogere kans om te overlijden. Als ze ouder worden dan daalt die kans naar een factor twee.

In Nederland leven ongeveer dertigduizend jongvolwassenen met een aangeboren hartafwijking. In de afgelopen tien jaar zijn er ruim twintigduizend opgespoord, gescreend en indien nodig behandeld. Er nog ongeveer achtduizend mensen met een aangeboren hartafwijking vermist. Mulder: ‘De zoektocht is niet gemakkelijk. We zoeken mensen die geen klachten hebben en zich gezond voelen. Toch is het belangrijk dat ze zich melden, want dan kunnen we kijken of ze een behandeling nodig hebben.’
lees meer
website loading