Heel wat dagjesmensen zijn dit weekend voor een vervelende verrassing komen te staan. Ze hadden het ongetwijfeld perfect gepland: flesje water, pakje sultana, routekaart Amsterdam, museumjaarkaart. Alleen nog even twee fijne OV-fietsen ophalen bij een station. Maar die fietsen bleken op grote schaal ingenomen te zijn voor de roeiwedstrijd The Head of the River Amstel.
The Head of the River Amstel is de langste roeiwedstrijd van het jaar, over acht kilometer, tussen hartje Amsterdam en Ouderkerk aan de Amstel. Kenmerk van de Head is dat de roeiboten die tocht niet alleen maken. Vanaf de zijkant worden ze aangemoedigd door groepjes fietsers. Vrienden, ouders, maar vooral clubgenoten. Velen, afkomstig uit bijvoorbeeld Groningen of Maastricht, scoorden 's ochtends vroeg al een OV-fiets.
Gek genoeg zijn het niet de snelste boten met de beste roeiers die massaal gesteund worden. De ouderejaars dames acht van Nereus bijvoorbeeld, heeft al bij de Berlagebrug een fikse voorsprong op de rest van het veld te pakken, maar slechts een handjevol fietsers rijdt zaterdagmiddag met ze mee. De dames in de boot hebben de steun dan ook niet echt nodig.
Knuffelberen
Hoe anders is het als een half uur later de eerstejaars achten passeren. ‘Dat zijn een beetje de knuffelberen van het roeien,’ legt een roeister van de Amsterdamse studentenvereniging Skøll uit. ‘Het is een sport om ze zo luidkeels mogelijk aan te moedigen.’
Als juichen de sport is, dan wint Skøll de wedstrijd. Vanaf de oever rijdt een heus peloton Skøllies mee met hún eerstejaars dames acht, waarin vooral UvA-studentes zitten. ‘SKØØØØØØØØØØØØØØLLLL!’ klinkt het voortdurend. Verbaasde tegenliggers moeten afstappen terwijl het peloton de hele weg in beslag neemt. ‘ALLEZ SKØØØØØØØØØLLLL!’
Helpt het eigenlijk, dat geschreeuw? ‘Nou, eerlijk gezegd ben ik tijdens het roeien niet echt met dat geroep bezig,’ zegt de één. ‘Zeker helpt het!’ stelt een ander. ‘Bij het roeien zit je na twintig slagen al in je zuur. Daarna moet je er nog honderden. Alles helpt om tegen de pijn te vechten.’
De acht dames van Skøll lijken er in elk geval baat bij te hebben. Al pompend naderen ze de boot van het Rotterdamse Skadi. Tegelijkertijd vermengt het Skøll-peloton zich met het groepje Skadi-fietsers. Een vriendelijke vorm van chaos volgt. De Skøllies worden nog luidruchtger. De Skadi's houden zich wijselijk in. Net zoals hun boot, worden ze snel weer achtergelaten.
Na twintig minuten is de optocht voorbij. De eerstejaars dames van Skøll eindigen als tiende. Niet echt goed, maar niemand die daar om maalt. Bij geen andere studentensport leeft de vereniging zo sterk als bij het roeien. En dat komt mede door dit soort tradities. Het roeien en fietsen is een verbindend ritueel. Na vandaag voelen alle Skøllies zich weer een beetje Skølliër.
Winst voor Nereus
Toch gaat het ook wel een beetje om de prijzen bij the Head of the River. Zoals verwacht grijp het Amsterdamse Nereus, de meest succesvolle roeivereniging van Nederland, de winst op de meest prestigieuze onderdelen. Bij de ouderejaars mannen weet de acht van Nereus, met daarin meerdere UvA-studenten, te blikken, zoals winnen bij het roeien heet. Ook de ouderejaars dames, met veel UvA-studentes, winnen hun race eenvoudig.
Over twee weken wacht op hetzelfde traject een race voor skiffs (eenlingen). Voordeel voor de fietsers: ze hoeven dan minder hard te trappen om de roeiers bij te houden.