Rooskleurige toekomst voor matching en studiekeuzecheck
2015 was het jaar van de langstdurende Maagdenhuisbezetting in de geschiedenis van de UvA, maar ook van de invoering van het leenstelsel en de oplevering van het Wibauthuis. Nu de dagen op zijn kortst zijn en de deuren van de UvA en HvA een tijdje sluiten kijkt Folia terug op het grote en minder grote nieuws van 2015. Vandaag: UvA Matching en de HvA studiekeuzecheck moesten sinds hun invoering begin 2014 uitval van studenten voorkomen en het studierendement opkrikken. Lukte dat ook?
De programma’s hielden in dat aankomende studenten verplicht een aantal dagen college moesten volgen bij de studie van hun keuze. Op deze manier konden zij een beter beeld krijgen van wat hen tijdens hun opleiding te wachten stond. Een toetsingsmoment leverde een (niet-bindend) positief of negatief studieadvies op.
Tegenstanders van Matching en studiekeuzecheck vreesden dat het aantal inschrijvingen af zou nemen en studenten zich bovendien niets zouden aantrekken van het studieadvies. Halverwege 2014 waren de resultaten voor UvA Matching in ieder geval wisselend. De eerste evaluatie liet zien dat twee op de vijf aspirant-studenten de eindtoets van het Matching-programma niet haalden en de ruime meerderheid minder dan de tien voorgeschreven uren aan het huiswerk had gespendeerd.
Bovendien liepen de inschrijvingen aan de UvA dit jaar terug, al was dat waarschijnlijk niet volledig te wijten aan de Matching. ‘Er is in ieder geval geen aanwijzing voor. Een belronde leverde niets bijzonders in die richting op,’ zegt UvA dean of admissions Marjoleine Zieck.
Inmiddels ziet het er rooskleuriger uit. De volledige evaluatie van de resultaten van de studenten uit cohort 2014 laat zien dat 42 procent van de eerstejaars studenten die vorig jaar uitvielen, een negatief advies voor de Matching had gekregen, tegenover slechts 24 procent uitval onder de studenten met een positief advies. Bovendien behaalden studenten met een positief advies gemiddeld meer studiepunten dan degenen met een negatief advies.
Deze resultaten passen in een landelijke trend waar studenten aangeven dankzij de studiekeuzecheck beter te weten waar ze aan begonnen dan voorheen (dit laat een onderzoek van ResearchNed van 4 december zien).
(De tekst loopt door onder de foto.)
Leuke kanten
Ook de HvA, die nog geen officiële resultaten van instroom en uitval over cohort 2014 kan presenteren, ziet dat de uitval iets is afgenomen en studenten met een positief advies vaker de BSA-norm halen. ‘We kunnen alleen niet zeggen dat dat geheel door de studiekeuzecheck komt,’ aldus Jet Benjamins, coördinator van de studiekeuzecheck bij de HvA. ‘We hebben een pakket aan maatregelen doorgevoerd, dus dat moet meegenomen worden. Maar het zou mooi zijn als het in ieder geval deels met de check te maken heeft.’
De HvA heeft een evaluatie gedaan onder de studenten van het eerste cohort over hun ervaringen met de studiekeuzecheck. Daaruit volgde dat studenten direct na de studiekeuzecheck heel positief oordeelden met een 7,5, maar na het eerste studieblok minder te spreken waren en een punt lager gaven. Dit had voornamelijk te maken met het feit dat voor een aantal opleidingen de check niet aansloot bij het werkelijke niveau van de opleiding. ‘Als een opleiding ervoor kiest alleen de leuke kanten van een studie te belichten, zijn studenten na het eerste studieblok juist kritisch,’ zegt Benjamins.
Bij de UvA is eenzelfde evaluatie uitgevoerd, waar ook al vergeleken kon worden tussen 2014 en 2015. De Matching is in 2015 duidelijk verbeterd: de studenten gaven dit jaar als geheel een 7,5 tegenover een 7,3 in 2014. Ook op deelgebieden als sfeer, organisatie en beeldvorming over de opleiding zijn positievere cijfers gegeven.
‘Beter nadenken’
Maar volgen de studenten de adviezen van Matching en Keuzecheck nu wel op? Voor het cohort 2015 zijn zowel voor de UvA als de HvA nog geen officiële cijfers over instroom bekend. Wel liet een tussentijdse meting in september bij de UvA al zien dat 58 procent van de studenten met een negatief studieadvies zich had ingeschreven bij een opleiding, tegenover 77 procent van de studenten met een positief advies. De verwachting van de UvA is dat deze trend door gaat zetten, wat betekent dat de studiekeuzecheck op de lange termijn gaat doen wat het voor ogen had: studenten beter laten nadenken over hun studiekeuze.
